Neusbeen en Aangezichtshoek
Neusbeen
De evaluatie van het foetale neusbeen wordt gepland tussen de 11+0-13+6 weken bij een kruin-romp lengte van 45-84 mm
- De vergroting van het beeld moet dusdanig zijn dat het hoofd en de bovenste thorax het hele scherm innemen
- De beoordeling vereist een optimale mid-sagittale doorsnede
- De transducer moet parallel zijn met de richting van de neus en de probe moet voorzichtig worden bewogen om beide zijden van de foetale neus te visualiseren
- Bij de beoordeling zijn 3 duidelijke lijnen te zien:
- De bovenste lijn is de huid
- De onderste, meer echogene lijn is het neusbeen
- De derde lijn tegenover het neusbeen op een hoger niveau dan de huid is de tip van de neus
- Het neusbeen wordt als aanwezig geclassificeerd als het echogener is dan de overliggende huid en als afwezig als het niet zichtbaar is of als de echogeniciteit hetzelfde of minder is dan de huid
Midsagittale doorsnede van het aangezicht
